Menhirs
Conan Meriadeck, prins der Britten, steekt de zee over om de Saksers te verdrijven van de oude Keltengrond. En het lukt! De bewoners van Breiz-Izel zijn zo blij, dat ze Conan tot koning uitroepen. Jaren later volgt zijn zoon, Emerick met het grote schild, hem op. Emerick wil voor de gevallen Kelten in de strijd tegen de Saksers, een duurzaam gedenkteken oprichten. Maar ja, waar kies je dan voor? Iets van hout? Nee, dat vermolmt. En steen verweert.
De tweede zoon van Conan, Oeter met de scherpe lans, raadt zijn broer aan om Merlijn de Tovenaar, die in het Brocéliande bos van Breiz-Izel woont, om raad te vragen. Het kost even tijd voordat de broers Merlijn vinden in een holle boomstam, zijn woning. “Zeker”, laat Merlijn weten. “Op aarde bestaat iets dat nooit vergaat. Stenen die zijn voortgekomen uit het diepst van de chaos. Zelfs het vuur heeft geen vat op hen.” De stenen, de menhirs, staan in een kring geschaard, op de hoogste berg van Ierland. De tovenaar zegt: “Zee en land liggen tussen Ierland en Breiz-Izel. Maar ik zweer bij mijn vlekkeloze schild dat ‘de stenen van voor-de-wereld en tot-na-de-tijd het slagveld waar de helden vielen, zullen bewaken in rijen en kringen.” Niemand is het echter ooit gelukt de menhirs te verplaatsen. Maar omdat Merlijn het prijzenswaardig vindt dat Emerick de helden wil eren, besluit hij de mannen te helpen en de weg te wijzen. Dus verlaat hij het Brocéliande bos en scheept zich in met Oeter, vergezeld van vijftienduizend sterke mannen van Breiz-Izel. Ze gaan de menhirs persoonlijk in Ierland halen!
Eenmaal op de plek, duwen, stoten en wrikken de vijftienduizend sterke mannen tevergeefs aan de reusachtige menhirs die in een geheimzinnige kring staan. “Wat moeten we doen?”, vraagt Oeter aan Merlijn. “Het lukt niet.” In plaats van een antwoord te geven, haalt de tovenaar uit de plooien van zijn mantel een kleine ivoren harp tevoorschijn. De vingers glijden over de snaren en lieflijke tonen vullen de atmosfeer. En dan gebeurt het… de menhirs verheffen zich van hun plaats en op de maat van de muziek volgen ze Merlijn, de berg af. Op het strand blijven de menhirs staan. Merlijn en de mannen gaan aan boord. Als de tovenaar weer begint te spelen, storten de menhirs zich in zee en ‘zwemmen’ naar Breiz-Izel.
Menhirs zijn in Bretagne op veel plekken te vinden, in rijen en in kringen. Grote groepen bij elkaar, zoals in Carnac. Hier en daar vind je ook een verdwaalde menhir op een eenzame plek. Hij heeft het niet gered. Maar hij vertelt net zo goed als de andere menhirs het verhaal van de helden, de gewonnen strijd tegen de Saksers. Chapeau!